maandag 21 november 2011

Een blij weerzien!

Dit weekend was het zover: eindelijk naar Padova om Camille, Philipp, Nóri en toevallig ook Eirin (mijn leuke vrienden/kotgenoot van tijdens de Italiaanse taalcursus in september) terug te zien.

Normaal gezien zou ik al vrijdag vertrekken omdat ik dan geen les heb. Helaas strooide een van mijn Italiaanse professoren roet in het eten. Voor zijn vak moet ik hier een paper maken. We moesten zelf een onderwerp uitkiezen en hem dat voorstel doormailen samen met de boeken/artikels die we ervoor zullen gebruiken. Best veel werk, aangezien je eigenlijk al je opzoekingswerk al moet doen. Donderdagavond kreeg ik een mailtje terug van de prof met het leuke nieuws dat ik de opdracht verkeerd begrepen had (rot-Italiaans!) en mijn onderwerp te uitgebreid was voor de kleine taak dat het maar moet zijn. Al mijn werk voor niks, ik moest opnieuw beginnen. Dat betekende: de trein naar Padova afzeggen en doorwerken zoals nooit tevoren, zodat ik hopelijk zaterdag toch nog kon vertrekken. Gelukkig kon ik vrijdag goed doorwerken en bijgevolg tegen middernacht een nieuw voorstel naar de prof doormailen. Oh wee als het nu niet oké is!

Zaterdag op naar Padova dus, waar Camille me al op het perron opwachtte. Door het tijdverlies zijn we maar meteen de stad in getrokken. Het was zeer leuk om nog eens in een grotere stad dan Perugia te zijn. Eentje waar er trams en bussen door te stad rijden, waar mensen fietsen (in Perugia zie je geen fietsters omdat hier te veel bergen en trappen zijn) en waar er meer dan 5 cafés zijn (bij wijze van spreken dan toch). Kortom, een stad totaal verschillend van Perugia. Wel zeer mooi en gezellig.






's Avonds zijn we gaan aperitieven in een toffe bar, waar Phillip en Nóri ons kwamen vergezellen. Het was zo leuk om iedereen weer terug te zien! Nadien zijn we nog naar een feestje gegaan met de kotgenoten van Camille (2 Franse, 1 Italiaanse en 1 Ecuadoraanse jongen. Grappig detail, speciaal voor mijn komst hadden de jongens -tot groot genoegen van Camille- het appartement eens gekuist.)

Helaas zette een onaangename trend zich die avond voort: steeds wanneer ik me naar een andere grootstad begeef, kom ik in gewelddadige situaties terecht (cfr. Rome). Op weg naar huis (Camille woont in de louche stationsbuurt) kwamen er plots wel vijftien mannen op ons afgelopen. Zij hadden het gemunt op de man die vlak achter ons stond. Die had een wit pakje vast, dat zij klaarblijkelijk wouden hebben. Voor we het goed en wel beseften werd die ene man door die vijftien anderen in elkaar geslagen. Dat was echt eng (en zielig voor die ene man). Zo snel als we konden, hebben we ons uit te voeten gemaakt. Nadien voelden we ons wel schuldig dat we die man niet geholpen hebben, maar met ons viertjes (Camille, Nóri, Phillip en ik) konden we echt niks doen.

Zondag hebben we dan nog met z'n allen Bretoense pannenkoeken gebakken (Camille is van Bretagne) en verder nog wat door de stad gekuierd. Voor we het goed en wel beseften, moest ik alweer de trein op richting Perugia. Maar niet vooraleer ze me meermaals hebben uitgenodigd om gauw nog eens terug te komen. 't Zijn toch schatten!

Nóri en Camille

Philipp, ik en Camille

Geen opmerkingen:

Een reactie posten