donderdag 29 september 2011

Maten, makkers, kotgenoten


Philipp, Mirjam en ik
Gisteren zijn we met ons drietjes voor een laatste keer samen gaan eten. Heel erg plezant!

woensdag 28 september 2011

4 meter pizza, per favore

Van het echte Pompei twee weken geleden, ging het vorig weekend naar Pizzeria Pompei, een van de beste pizzeria's van de stad. Het speciale aan deze zaak is dat je er pizza's per meter kan bestellen. Niet echt iets om in je eentje te gaan eten (tenzij je heel veel honger hebt), maar met een grote groep is het heel fijn.



Aangezien klasgenote Nori zondag jarig was, besloten we om er met een deel van onze klas te gaan eten. Stiekem was het ook een beetje een soort van afscheidsmaal, want na de fijne momenten die we deze maand samen beleefd hebben, vertrekt zo goed als iedereen in de loop van deze week uit Perugia. Nadien gingen we nog naar een concertje dat op een gezellig pleintje werd gehouden. Het was een fijne avond!

Alex moet het met 'maar' 30 cm pizza stellen.
De Duitse kant van de tafel: Jan en Philipp


Voor de rest was het dit weekend vooral studeren geblazen. (Al ben ik toch nog even met Camille naar de Galleria Nazionale dell' Umbria gegaan voor een portie kunst en cultuur.) Dinsdag vond namelijk het eindexamen Italiaans plaats. In de voormiddag moesten we een schriftelijke proef afleggen, in de namiddag een mondeling examen. Zeer handig is dat ze je na je mondelinge examen meteen je punten meedelen. Ik kreeg een totaal van 25/30 (voor mijn mondelinge proef een 27/30!), waar ik zeer tevreden mee ben. Aangezien mijn klasgenoten allemaal al 2 à 3 jaar Italiaanse lessen achter de rug hebben, had ik echt schrik dat ik als enige van de hele klas het niet zou halen. Maar dat was dus niet het geval :-)

Reden genoeg dus voor een feestje die avond. Het was heel erg gezellig in Perugia, want iedereen wou nog een laatste keer uitgaan.




Vandaag kregen we tot slot nog ons officiële diploma van de cursus. Het is ongelooflijk hoe snel die eerste maand voorbij is gevlogen. Mijn Italiaans is er geweldig goed op vooruit gegaan en de mensen uit mijn klas/appartement zijn echte vrienden geworden. Ik heb elke (of toch bijna elke) dag met plezier beleefd.

Een groot deel van onze klas met in het midden onze geweldige 'titularis' Valentina Marasco.
Helaas is er ook de keerzijde van deze eerste fijne maand. Naast het merendeel van mijn klasgenoten, vertrekken ook mijn kotgenoten Philipp en Mirjam. Ik start aan een nieuwe universiteit, waar ik weer opnieuw moet beginnen met vrienden maken. Daar zie ik best wel tegenop. Als ik ooit in de lessen geraak tenminste.

De informatieverstrekking is hier namelijk alles behalve optimaal. Maandag is het academiejaar begonnen, maar infosessies of iets dergelijks kennen ze hier niet. Dus ben ik maar naar het Erasmus Office gegaan, waar iemand mij na 1,5 uur aanschuiven dan toch de naam van mijn Erasmuscoördinator kon geven. Met deze professor moet ik bekijken welke vakken ik hier kan volgen. Want de vakken die ik in Leuven gekozen had om hier op te nemen, blijken op eentje na niet gegeven te worden dit jaar. Helaas is die persoon nu net afwezig tot volgende week omdat ze in het buitenland zit. Er zou nog een infosessie voor Erasmussers moeten komen, maar die is pas gepland voor eind oktober. (Wanneer we hier al een maand bezig zijn, de dommeriken.) De website van de universiteit is barslecht en bevat vooral informatie van de vorige academiejaren. En zo is het steeds hetzelfde liedje. Leve de Italiaanse bureaucratie! Ik vermoed dus dat de effectieve lessen pas voor volgende week zullen zijn, eens ik alles heb uitgedokterd.

Ik hou jullie op de hoogte!

x

zondag 25 september 2011

CSI Perugia

Het is niet eenvoudig om hier lang en diep te slapen. Tegen, naast, boven en onder ons appartement: overal zijn er andere appartementen met bijhorende geluiden. In het begin dacht ik vaak dat er iemand in onze gang/douche stond, terwijl het eigenlijk iemand in het appartement boven ons bleek te zijn.

Nachtelijke ruzie's van Italiaanse mamma's (ik stel ze mij steeds met een deegrol voor) met hun knorrige echtgenoot, Japanse animatieseries of karaoké-gezangen van mijn Japanse buren: ze zijn allemaal al de revue gepasseerd. Maar geen nood, zo gauw krijgen ze mij niet klein. Een bataljon oordoppen is al lang de mijne!

Achter ons appartement, aan de kant van Philipp en Mirjam hun kamer, is er een klein, groezelig straatje gelegen. Iedere dag, maar vooral 's nachts, troepen daar in een huisje Arabisch-sprekende mannen samen. En bijna iedere nacht, zo rond een uur of 5, mondt die samenkomst uit in ruzie. Luide stemmen en glas dat kapot geslagen wordt.

Zo ook vorige nacht. Al was het deze keer 'pas' rond 7 uur. En liep de ruzie helemaal uit de hand. Het fijne weet ik er niet van, maar dat het serieus was, dat was meer dan duidelijk. Ambulances, politie en mensen van het laboratorium bezetten de hele voormiddag de straat. In mijn ooghoek kon ik nog net een bloedende man spotten. (En toen was het al 12 uur.) Blijkbaar was het een moordpoging. Zo goed konden we het niet verstaan. Al denk ik dat het minder erg was dan het eruit zag.

Geen nood, ik wil jullie niet ongerust maken, ik hoef nooit in die straat te zijn en voel me hier niet onveilig. Het was gewoon even schrikken. Bovendien zijn Mirjam en Philipp blijkbaar aan de eigenaar van dat huis gaan zeggen dat we het wel gehad hebben met dat nachtlawaai. Ik vermoed dat het nu wel voor een tijdje gedaan zal zijn met ruzie maken...




Vandaag stond het in de krant. Blijkbaar is er diezelfde nacht ergens anders in het centrum een gelijkaardig incident geweest.

zaterdag 24 september 2011

Jowie en de chocoladefabriek

Net zoals Leuven de stad van de Stella is, is Perugia de stad van de chocolade. In de Perugina chocoladefabriek worden dagelijks miljoenen chocolaatjes gefabriceerd. Het bekendste product uit het hele gamma zijn de baci's, ronde chocolaatjes met stukjes hazelnoot. Maar bovenal zit er in iedere baci een briefje met een liefdesboodschap. Een beetje zoals bij de Chinese gelukskoekjes. Het verhaal doet de ronde dat een van de fabrieksbazen vroeger een oogje had op een meisje dat aan de band werkte. Ze schreven elkaar stiekeme liefdesbriefjes die ze elkaar door middel van een chocolaatje bezorgden. Zo zou het concept van de baci ontstaan zijn.


Voor onze laatste excursie trokken we met de hele klas naar de chocoladefabriek. Ons bezoek begon met een demonstratie van een kok die televisieshow-gewijs voor ons enkele pralines produceerde.



Na de demonstratie kregen we een rondleiding doorheen de fabriek. Langs alle kanten rolden er duizenden chocolaatjes voorbij. Jammer genoeg mochten we geen foto's nemen in de fabriek. Ik vermoed dat de Italiaanse Oempa Loempa's* niet graag op de foto gaan. Ik kan jullie wel verzekeren dat het er exact uitzag zoals bij Sjakie. Overal chocoladefonteinen en een brede rivier van chocomelk waarover wij vanuit een bootje de rondleiding kregen.


Tot slot mochten we uitgebreid chocolade proeven. Ik kijk al uit naar het chocoladefestival dat hier eind oktober plaatsvindt!

Naast dit leuke uitstapje waren er deze week natuurlijk ook gewoon de dagelijkse lessen. Het tempo wordt opgedreven en het huiswerk vliegt rond onze oren. Volgende dinsdag vindt het eindexamen plaats en dat hebben we geweten. Gelukkig blijft het Italiaanse tempo wel behouden. Concreet betekent dit dat ik woensdag 10 minuten te laat aankwam in de les, maar wel nog steeds als eerste aanwezig was. Op donderdag kwam een van de leerkrachten dan weer niet opdagen. Het arme vrouwtje was ziek, al wisten we dat toen nog niet. Dus trok een deel van de klas na een half uur wachten naar de bar voor een koffietje. Toen er na 40 minuten dan toch een vervangleerkracht opdook, stelde die voor om de les dan maar met z'n allen in de bar voort te zetten. Iedereen heeft nood aan koffie, was haar redenering. Zo gezegd, zo gedaan: de rest van de les vond plaats in de bar op de campus.

Hoe groot onze vreugde toen was, des te groter was de teleurstelling op vrijdag toen we te horen kregen dat die les ongeldig was verklaard. We moeten komende maandagnamiddag die uren inhalen met een extra les. Nondedekke!

Verder mis ik jullie allemaal iedere dag een beetje meer. Hoe leuk chocoladefabrieken en lessen op café ook zijn, jullie zijn leuker. De voorbije dagen had ik het echt moeilijk. Zeker omdat ik meer en meer begin te beseffen dat de vrienden en kotgenoten waarmee ik deze maand zoveel plezier heb gehad, vanaf volgende week allemaal naar andere (verre) Italiaanse steden trekken.

Gelukkig hadden sommigen onder jullie dit al voorzien (en daar dank ik jullie duizendmiljard keer voor) en kreeg ik briefjes, kaartjes en foto's mee. Zo kreeg ik van mijn geweldige collega's (hoofd)animatoren van het speelplein een doosje vol brieven mee. Op enkele specifieke dagen van iedere maand dat ik hier ben, mag ik er eentje openen. Ik weet op voorhand niet van wie de brief is of wat er in zit, maar ik ben er wel steeds ongelooflijk blij mee. Tranen kreeg ik al door Nine en Marie, een lach werd me enkele dagen geleden door Laurens bezorgd. Lees zelf maar:





Dankjewel!
x

* Ken je de Oempa Loempa's niet? Lees dan je klassiekers erop na. Roald Dahl is een held.

maandag 19 september 2011

Napels-Pompei-Capri

Nu ik voor een half jaar in Italië woon, heb ik me voorgenomen om zoveel mogelijk tripjes te doen naar andere Italiaanse steden. Ik moet er van profiteren nu ik hier ben, niet waar. Bovendien organiseert een reisbureau hier combi-tripjes speciaal voor Eramus-studenten. Ideaal! Samen met Camille besloot ik dan ook om een weekendje naar Napels, Pompei en Capri te trekken.

Zaterdagochtend (om 5 uur 's ochtends!) vertrokken we met de bus richting Napels.We waren nog geen halfuur onderweg toen ik nogal bot werd aangesproken door een Libanese student. Hij had gehoord dat Camille en ik Engels (en af en toe wat Frans) tegen elkaar spraken en meneer vond dat niet echt kunnen. "Je bent hier om Italiaans te leren, spreek dat dan ook!". Werkelijk waar, bijna de hele dag doe ik mijn uiterste best om Italiaans te spreken. In de klas, met mijn kotgenoten, in de winkel,... Enkel met enkele vrienden spreek ik Engels of Frans. Omdat we allebei het Italiaans niet goed genoeg beheersen om een deftige conversatie te voeren, maar meestal omdat je er af en toe gewoon eens nood hebt om een taal te spreken waarbij je niet over elke zin en elk woord duizend keer moet nadenken. Bovendien was het half 6 in de ochtend. Dat is niet echt het uur van de dag waarop ik erg spraakzaam ben. Laat staan mij te moeten verdedigen tegen Libanezen. Maar goed, ik denk dat hij na mijn verwonderde reactie wel doorhad dat hij een beetje te hard was geweest, want niet veel later kwam hij me een Kinder Bueno brengen om het goed te maken. Ook voor de rest van het weekend was hij bijzonder vriendelijk :-)

 Onze eerste stop van de dag was in Napels. Over deze stad doet de bekende uitspraak "Vedi Napoli e poi muori!" de ronde. Eerst Napels zien en dan sterven. Omdat Napels zo'n mooie stad zou zijn.
Na mijn bezoekje zou ik eerder zeggen: eerst Napels zien en dan sterven...van de stank, de ongezelligheid of gewoon omdat een auto of motor je omver heeft gereden. Om eerlijk te zijn, was ik een beetje opgelucht wanneer we Napels achter ons konden laten. Er zijn enkele mooie bezienswaardigheden, maar die liggen verscholen tussen de stinkende straatjes of naast drukke wegen. De dom van Napels was bovendien gesloten tijdens de namiddag (net zoals vele andere kerken), waardoor we enkel de buitenkant hebben kunnen bewonderen. Automobilisten rijden er als gekken en dan is er natuurlijk het bekende afvalprobleem. In alle steegjes ligt er afval. In het centrum valt het nog mee, maar in de buitenwijken of de bermen naast wegen ligt het bomvol.


Toen we aan gids Enza vroegen hoe het kwam dat dat afvalprobleem maar niet opgelost geraakte, werd ze een beetje kribbig. Eerst zei ze dat er geen probleem was. In alle grootsteden is er immers vuilnis te vinden. Daarna zei ze dan weer dat dat vuil niet van de Italianen is, maar van 'buitenlanders' die geen respect hebben voor het Italiaanse land. (Steek het maar op de buitenlanders, foei! In Perugia is het heel proper en hier stikt het van de buitenlandse studenten).

Ach, ik denk gewoon dat ze het niet zo fijn vinden als we het hebben over de negatieve kanten van Italië. In een van onze eerste lessen vroeg een van de proffen naar typisch Italiaanse zaken. Naast wijn, koffie, Ferrari's en Lamborghini's en ijs haalde er ook iemand de maffia aan. Waarna de leerkracht in een kramp schoot en zei dat dit overroepen was. "In alle landen zijn er maffiosi. En in China zijn er meer." (De voorbije week hingen er aan alle krantenkiosken voorpagina's met het nieuws dat er in Perugia 16 leden van de Napolitaanse Camorra zijn opgepakt. Dat ze het nu nog maar eens probeert te ontkennen.)

De baai van Napels is in tegenstelling tot het centrum wel erg mooi, dus stopten we daar nog even op weg naar Pompei.


In de late namiddag kwamen we dan eindelijk aan in Pompei. Wat was ik blij om daar te zijn! Vroeger vond ik geschiedenis maar niks. Tot we leerden over Pompei. Toen besloot ik dat ik het daar ooit wou zien. En eindelijk was het zover! Ik voelde me als een kind in een snoepjeswinkel. Toen ik een jongen (die ook dat reisje had geboekt) hoorde klagen dat hij weg wou want dat al die oude stenen toch maar allemaal hetzelfde waren, wist ik niet wat ik hoorde. Oude stenen? Ik had hem bijna eigenhandig de Vesuvius opgesleurd om hem nadien weer naar beneden te duwen. De barbaar! (Niet dat ik zelf nooit klaag over geschiedenis, maar niet over Pompei.) Jammer dat we er maar een paar uurtjes waren, ik had er zeker een hele dag kunnen rondlopen. (Het was er ook veel groter dan ik gedacht had.)







Met de Vesuvius op de achtergrond.








In de late avond kwamen we, na een eindeloze file, aan in een leuk hotelletje ergens aan de rand van Napels. Ik sliep samen met Camille op een kamer. Heel erg gezellig. Ze is trouwens een uitstekende reisgenoot, want we komen erg goed overeen en we lachen heel wat af. Camille is een Franse die geneeskunde studeert. Zij zit op school bij de beginners, maar we leerden elkaar kennen dankzij onze gemeenschappelijke vriend Philipp. 't Is echt een toffe, dus hebben we al afgesproken dat ik bij haar op bezoek ga in Padova. Een volgend uitstapje is dus al in de maak.

De volgende ochtend moesten we alweer vroeg op (6 uur deze keer, we gaan er op vooruit) om weer naar Napels te gaan en van daaruit de boot naar het eiland Capri te nemen.



Capri is echt een klein paradijsje. Helderblauwe zee en overal bootjes en leuke gekleurde huisjes. Helaas deelden vele toeristen die mening, want het was er echt over de koppen lopen.
We begonnen met een boottochtje rond het eiland, super tof.






Nadien gingen we met de kabelbaan tot boven op de rots. Daar bevinden zich voornamelijk exclusieve hotels en winkels. Vooral het uitzicht was prachtig.



Veel meer dan dat was er boven wel niet te zien. Bovendien was het snikheet, dus besloten we terug naar beneden te gaan voor een verfrissende duik in de zee.

Als je goed kijkt, zie je mijn hoofd in het midden van de foto.
Moe, voldaan en een tikkeltje verbrand keerden we nadien weer terug naar Perugia.Het was een fijn weekend!

vrijdag 16 september 2011

Bevagna

Donderdag was het weer tijd voor een schoolreisje: een excursie naar Bevagna, een klein dorpje niet ver van Assisi.


Het leek net alsof we weer in het middelbaar zaten. Het enige verschil was dat de begeleidende leerkrachten zelf niet gidsten, maar dat er een professionele gids mee was. En wat voor een. Nog voor we goed en wel op de bus zaten, had hij de micro al vastgenomen en kondigde hij luid aan: "Ciaoooo, ik ben Marco. Net zoals Marco Polo. Want ik hou ook van reizen. (HAHA)". Hierna richtte hij zich tot de studenten die rond hem zaten en vroeg hen naar hun naam, studierichting, land van herkomst,... Een gezellig babbeltje qua. Dit alles in de micro alsof het een interview voor de radio was. Nu denkt u waarschijnlijk: "Wat een vriendelijke man. Wie neemt het hem nu kwalijk dat hij interesse in ons toont?"

Dat dacht ik eerst ook, tot bleek dat hij niet enkel de studenten vooraan in de bus wou leren kennen. Hij ging bank per bank af om ons te ondervragen. Terwijl hij zelf vooraan, naast de chauffeur, met zijn microfoon bleef staan. Na een tijdje, wanneer de eerste 10 studenten de revue gepasseerd waren, ging het als volgt. "Juffrouw, hoe heet jij?". "Johanna". "Hoe?". "Johanna". "Hanna?". "JOHANNA". "Anna?". "JOHANNA". "En van waar kom je?". "UIT BELGIE". "Uit Duitsland?". "BELGIE". "AAAH BELGIE! En waar juist? Antwerpen?". "Leuven". "Leuven?". "LOVANIO". "Is dat in het Waalse of Vlaamse gedeelte?". "HET VLAAMSE". "Ah, nu dacht ik echt dat Lovanio in Wallonië lag. Ben je zeker?". "JA. WANT IK WOON DAAR!". "Allez...Ik dacht nu echt dat dat in Wallonië lag". (En het ging er nog erger aan toe bij de vele Duitsers op de bus. Je kan je niet inbeelden hoeveel steden er op -furt en -burg eindigen. En Marco verstond natuurlijk steeds de verkeerde stad op -furt of -burg...) Kortom, de hele rit werden er steden, nationaliteiten en studierichtingen doorheen de bus geschreeuwd. Ik denk dat Marco het concept micro ook niet zo goed doorhad. Hij schreeuwde namelijk telkens zijn vragen, waarbij iedereen steeds van het verschieten omhoog vloog.

Een zucht van opluchting ging er dan ook door de bus wanneer we eindelijk in Bevagna aankwamen. En Marco? Die had het verkorven voor de rest van de dag. Niemand vond hem nog leuk.

                                            Eirin (Noorwegen) en ik op de bus

                                            Bea (Spanje) en Marjolein (Nederland)

Bevagna zelf was een heel klein, maar erg gezellig dorpje met vele Romeinse en middeleeuwse restanten. Vol overgave gaf Marco ons uitleg over iedere steen. Wanneer hij vroeg of we nog vragen hadden, deden de leerkrachten van achter zijn rug duidelijk teken dat we moesten zeggen dat we geen vragen meer hadden. Zo konden we onze tocht verder zetten, want als het van Marco afhing, waren we daar nu nog. Ondanks gids Marco was het wel een fijn uitstapje. We hebben echt een toffe klas en bijgevolg is er absoluut geen gids nodig om ons plezier te doen hebben.

Bovendien kwam er een kranig 83-jarig vrouwtje voor enige afleiding zorgen. Zij had ons in het oog gekregen en was bijzonder opgetogen dat er eindelijk wat te beleven viel in het stille stadje. Met haar wandelstok zag ze er doorsnee oudje uit, maar dat was slechts schijn. Koste wat het kost wou ze ons bewijzen dat ze nog fit en jong was. Plots hief ze haar wandelstok boven haar hoofd en begon ze haar benen wild in de lucht te zwieren. Het leek wel op een alternatieve vorm van jumpen/hakken. Nadien stroopte ze haar mouwen op en moesten we een voor een verplicht aan haar armspieren voelen, als bewijs dat ze echt nog sterk was. Toen ze zag dat een van de studenten een sigaret opstak, liep ze erop af, gaf hem een stomp in zijn maag en probeerde ze zijn sigaret af te nemen. Toen dat niet lukte (niet verwonderlijk, het was een van de grootste jongens van de groep), liet ze hem niet gaan voor hij haar beloofd had dat dit zijn laatste sigaret was. Ondertussen probeerde Marco wanhopig de tocht verder te zetten. Maar dat was buiten het vrouwtje gerekend. Zij vond Marco een geweldig knappe man (hij was een beetje een Yves Leterme-type) en ze wierp zich bijgevolg praktisch met heel haar lijf op hem om te verhinderen dat we vertrokken. Deze kranige Italiaanse was echt het hoogtepunt van de trip, hilariteit alom!



In Bevagna stond ook een restant van een oud Romeins theater. Daarrond was er een soort van middeleeuws dorpje nagebouwd waar elk huisje naar een bepaalde ambacht was ingericht. Zo werden we gauw nog even ingeschakeld om artisanaal papier te vervaardigen. Als afsluiter kregen we in het theater een buffet voorgeschoteld. Heel gezellig. Moe maar voldaan keerden we nadien weer naar huis.





woensdag 14 september 2011

Beter dan een knalfuif: logeerpartijtjes met de nichtjes Struyf!

Tijdens mijn eerste week in Perugia was het niet altijd gemakkelijk. Toch was er toen een ding waar ik heel erg naar uit kon kijken: het bezoek van mijn geweldige nichten, Laura en Marlies. En vorig weekend was het zover! De moeilijkste momenten zijn nu gelukkig voorbij, maar bezoek uit België blijft geweldig plezant.

Al sinds ik me kan herinneren logeren Laura, Marlies en ik bij elkaar. De ene keer in Antwerpen, de andere keer in Leuven. Bij ieder familiefeest kon je er op wedden dat iemand snel zijn spullen bijeen ging zoeken voor een last-minute logeertrip. Jammer genoeg werden deze logeerpartijtjes steeds zeldzamer naarmate we ouder werden. Hoog tijd voor een inhaalmanoeuvre, dachten Marly en Lau, en dus boekten ze een ticket hierheen.


Ons lege appartement werd algauw gevuld met matjes, slaapzakken, kleren, tijdschriften (yes, de Flair!) en vooral veel gelach en getier. Naast mijn nichtjes was er ook een kleine invasie van de moffen. Mirjam had namelijk ook dit weekend bezoek uit Duitsland. En Philipp? Die had wijselijk besloten om naar Padova te trekken en het appartement aan de meisjes over te laten.

Zaterdag bleven we in het mooie Perugia. We wandelden door de smalle straatjes, aten ijsjes, trokken foto's en genoten vooral van elkaars gezelschap.



                                                                     We are family!




Zondag trokken we dan naar het Trasimeense meer, het op vier na grootste van Italië, voor een dagje zon, zwemmen, lezen en luieren.











Maandag moest ik helaas naar de les, terwijl Marly en Lau naar Assisi gingen. Deze week heb ik het wel wat zwaarder. Bijna iedereen in de klas kent al alle tijden in het Italiaans, dus bekijken we die niet meer. Ik heb echter enkel maar de tegenwoordige tijd en de voltooid tegenwoordige tijd gezien. Gelukkig hebben we een geweldige leerkracht. Zij stuurt nu mailtjes met privé uitleg en extra oefeningen. Klinkt misschien een beetje seutig, maar ik ben er echt tevreden mee, want zo blijf ik mee met de rest. Helaas brengt het wel extra huiswerk met zich mee. Maar dat was pas voor na het vertrek van de nichtjes. Eerst nog wat genieten van ons logeerpartijtje.










Het leven is hier goed. Zeker als de mensen die je graag ziet, langskomen.

Tanti baci,
Johanna

(Graag nog een bedanking voor mijn geweldige tantes die me met een overdosis washandjes hebben overladen, nadat ik de mijne thuis vergeten was! Italianen kennen dat niet, de viezeriken!)